zaterdag 28 februari 2015

"Te gek voor Woorden"

Onlangs heb ik meegedaan aan de NPO verhalenwedstrijd met als thema "Te gek voor Woorden".
Mijn inzending behoorde dan niet tot de top 25, gekozen door een vakjury, ik ben er trots op en deel hem graag met jullie.

"Oeps", daar zit ik dan. "Waar ben ik eigenlijk aan begonnen?", denk ik, terwijl het vliegtuigje hoger en hoger de lucht in gaat. Plotseling stopt het met klimmen en blijft het op twee kilometer hoogte hangen. Deze 'stilstand' van het vliegtuigje en de hiermee gepaard gaande heftige misselijkheid en dichtgeklapte oren doen mijn twijfels geen goed. Integendeel, ze worden hierdoor zelfs versterkt. "Het is te gek voor woorden. Waarom heb ik dan ook besloten om uit een vliegtuig te springen? Ik ook met mijn grote mond." Een aantal uren eerder dacht ik er nog anders over. Ik baalde zelfs, omdat wij (mijn toenmalige huisgenote Wendy en ik) in eerste instantie niet konden gaan springen. Er stond die ochtend namelijk een te harde wind. Gelukkig was de wind in het begin van de middag wat gaan liggen, zodat wij dezelfde dag dan toch nog onze lang gewenste tandemsprong konden gaan maken.

Nu, een paar uur verder, zit ik met verstopte oren en erge misselijkheid in het sportvliegtuigje dat ons naar circa vier kilometer hoogte gaat brengen. Op twee kilometer hoogte dropt het eerst de parachutisten die een solosprong gaan maken. Dat is de reden waarom het vliegtuigje stil blijft hangen. Erg vertwijfeld en met een 'groen gevoel' draai ik me even om en kijk Wendy aan. Zij ziet meteen dat ik me niet lekker voel (ik blijk een extreem bleek gezicht te hebben, hoor ik achteraf) en dat ik twijfels heb. Maar ja, wat valt er nu nog te doen? Ik kan beslissen om niet meer te springen, maar dan heb ik voor 'niets' 200 euro betaald. En dat vind ik toch ook weer 'te gek voor woorden'. 200 euro groeit mij (en jou vast ook) niet op de rug. Bovendien zit ik nu toch al in de lucht. Na enige aarzeling, besluit ik kranig tóch door te zetten en mijn tandeminstructeur Harm niet in de steek te laten.

Op circa vier kilometer hoogte gaat de deur van het vliegtuigje dan ook voor ons, tandemspringers, open. Nadat drie 'collega's' me al voor zijn gegaan, ben ik nu dan toch echt zelf aan de beurt, "Slik!" Voorzichtig schuiven Harm en ik naar de deuropening waar mijn benen alvast buiten boord mogen hangen, "Oeps." Wat een kou en wat een geraas van de wind. Mijn hart klopt bij wijze van spreken nu echt in mijn keel. Er is geen weg meer terug. Nog eventjes...... Dan hoor ik Harm aftellen en daar gaan we dan...........de diepte in..............  Met een vrije val van ongeveer 200 kilometer per uur suizen wij als een komeet naar beneden. "Whoeaaaaaaaaaaaaa, te gek zeg!" Mijn oren zitten nog steeds dicht, ik hoor dus bijna niets van wat Harm zegt tijdens onze vrije val. Na ongeveer 30 seconden trekt hij de parachute open en zweven wij rustig naar beneden. "Wow, wat mooi!" Wat ben ik blij dat ik heb doorgezet en me niet door mijn angst heb laten leiden. Tandemspringen is echt 'Te gek voor woorden!'



Op 27 juli 2007 heb ik samen met mijn toenmalige huisgenote Wendy een tandemsprong gemaakt bij Nationaal Paracentrum Teuge. Zoals je hierboven al kunt lezen, was de ervaring uiteindelijk te gek voor woorden.



maandag 9 februari 2015

Weer of geen weer, altijd snertweer ☺

Waar zijn wij Nederlanders goed in? Wij zijn goed in het praten over koetjes en kalfjes en over het weer. Sta je bij de bushalte te wachten, begint een 'wachtgenoot' ineens over het weer. "Wat is het mooi weer vandaag, vindt u ook niet?" Meewarig knik je met je hoofd terwijl je in jezelf denkt: "Ik hoop dat hij/zij snel zijn/haar mond houdt. Ik heb helemaal geen zin om een praatje te maken."
Het weer wordt vaak als gespreksonderwerp gebruikt als je behoefte hebt aan aanspraak of als je geen gespreksonderwerp meer hebt en de kans groot is dat een gesprek stil valt. We vinden het erg als er stiltes vallen in een gesprek, we voelen ons hierbij ongemakkelijk. Aangezien wij ons niet ongemakkelijk willen voelen, vullen wij die stiltes dan maar op door over het weer te praten.

Waar zijn wij Nederlanders nog meer goed in? Klagen over het weer.........daarin zijn wij ook heel erg goed. Als het drie dagen achter elkaar regent, hoor je vaak,"Wanneer houdt het eens op met regenen? Ik word er zo somber van." Als het een paar dagen/weken flink vriest, is het veelvuldige commentaar: "Wanneer stopt het met vriezen? Ik heb het zo koud." Sneeuw vinden wij ook maar lastig. Wij vinden het een à twee dagen leuk. Daarna moet de sneeuw weer snel verdwijnen, want het belemmert ons in het lopen, fietsen en autorijden. We klagen echter ook als de gemiddelde dagtemperatuur van 27°C meer dan twee weken aanhoudt. "Het is zo warm buiten, ik val moeilijk in slaap", hoor je dan vaak. Als het daarentegen in de zomermaanden vaak regent of de gemiddelde dagtemperatuur valt niet hoger uit dan 18°C, is het ook weer niet goed. "Het is toch geen zomer, wat een snertzomer", hoor je dan vaak. Het weer is in Nederland nooit goed! Het is óf te warm, te koud óf te nat.

Het maken van snert (erwtensoep), daar zijn wij Nederlanders ook goed in. Vorige week heb ik weer snert gemaakt. Hij smaakte heerlijk. Andere landen, zoals Engeland, kennen ook snert. De snert die wij maken, is echter een sterk gebonden versie en wordt traditioneel in de winter gegeten. Waarom eigenlijk? Deze vraag stelde ik mijn partner. Hij kon er geen antwoord op geven. Omdat het traditie is? Tradities zijn er om doorbroken te worden. Althans, dat vind ik. Dus, wat ga ik van de zomer maken? Erwtensoep, maar dan op bijvoorbeeld zijn Turks. Want weer of geen weer, het is altijd snertweer. ☺